Hoe leert een hoogbegaafd kind?

Hoogbegaafdheid en Beelddenken

Is een hoogbegaafde altijd beelddenker?

Is een hoogbegaafde altijd een beelddenker? Hoogbegaafdheid en beelddenken gaan samen. Beelddenken en hoogbegaafdheid hoeft niet samen te gaan. 

Een hoogbegaafde kan beelddenken èn taaldenken.

Een hoogbegaafde kan zowel beelddenken als taaldenken. De hoogbegaafde 'pakt' het voorkeursdenken dat op dat moment het handigst is. Het kunnen overschakelen van taal- naar beelddenken naar gelang de situatie geeft iemand een enorme bagage: je kunt zowel snel, creatief denken, als logisch, analytisch.

Hoogbegaafden denken snel.

Om snel te kunnen denken, moet je in beelden denken (32 beelden per seconde) in plaats van in taal (2 woorden per seconde). Alleen door het in beelden denken, heb je snel overzicht, kun je gehelen overzien, ontdek je verbanden en kom je tot een passende, soms originele oplossing. Hoogbegaafde mensen zijn dus altijd in staat om in beelden te denken. Alleen zo kunnen zij snel en oplossingsgericht denken. In principe gebruiken deze mensen het beelddenken als voorkeursdenken bij het oplossen van problemen.

Naast hoogbegaafdheid zijn andere persoonlijkheidskenmerken belangrijk.

Hoogbegaafdheid zou, volgens Professor F. Mönks, pas opgaan als het intelligentieniveau en nog twee andere persoonlijkheidskenmerken aanwezig zijn bij een kind:

  1. Hoge intellectuele capaciteiten (IQ > 130). Dit betreft 2,5% van de bevolking.
  2. Doorzettingsvermogen om een taak te volbrengen.
  3. Creatief denkvermogen om op originele wijze problemen op te lossen of te probleemsituaties te bedenken.

Omgeving van de hoogbegaafde.

Maar ook de  sociaal-emotionele vaardigheden spelen een belangrijke rol voor een effectieve communicatie en omgang met de omgeving. Gevolg hiervan is dat indien de sociale omgeving geen ruimte biedt aan een hoogbegaafd kind om zich te ontwikkelen, de hoogbegaafdheid zich niet zal manifesteren, zelfs zal verdwijnen. Tevens is het dus zo dat indien sowieso een van de drie kenmerken bij een kind ontbreekt, de hoogbegaafdheid niet mogelijk is. Van de weinige hoogintelligente mensen in onze samenleving zou, volgens onderzoek, maar 10% werkelijk als hoogbegaafd kunnen worden aangemerkt.


Doorzettingsvermogen is belangrijk.

Bij hoogbegaafde leerlingen die zowel in beelden als in taal kunnen denken, is het doorzettingsvermogen van belang om tot succes te komen. Jonge, hoogintelligente leerlingen die niet geleerd hebben om door te zetten, kunnen vastlopen in het automatiserende onderwijs. Zij gaan dan onderpresteren.

Hoe herken je onderpresteren?

Kenmerken onderpresteren

Elke onderpresteerder hoeft niet alle onderstaande kenmerken te vertonen.

  • Ze zijn niet gewend moeite te doen om succes te behalen. Het lukte altijd wel op de intelligentie.
  • Ze zijn moeilijk aan het werk te krijgen en vinden het lastig om een taak vol te houden.
  • Ze maken onnodige fouten. Er zit een neerwaartse lijn in hun prestaties.
  • Ze bereiden hun huiswerk niet of nauwelijks voor.
  • Ze hebben slechte leer- en werkstrategieën en een hekel aan automatiseren.
  • Ze verzetten zich tegen autoriteit.
  • Ze zijn snel afgeleid en hebben een slechte concentratie. Ze hebben hun aandacht niet bij de les of zijn met andere dingen bezig.
  • Ze wijzen verantwoordelijkheid af en nemen geen verantwoordelijkheid voor hun eigen gedrag.
  • Zij zoeken de oorzaak van slechte resultaten buiten zichzelf.
  • Ze hebben een negatief zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Ze zijn zelf ook ontevreden over hun prestaties. Zij kunnen faalangst ontwikkelen.

Oorzaken van onderpresteren

Hoogbegaafden leren anders.

Een hoogbegaafd kind werkt vanuit het geheel (topdown) net als een beelddenker. Het talige onderwijs sluit hier vaak niet bij aan. Daardoor ontwikkelt hij een slechte leer- en werkstrategie.

Hoogbegaafde voelt zich onbegrepen.

Doordat het hoogbegaafde kind zich vaak onbegrepen voelt, is hij niet in balans. School is niet meer leuk. Het voorbeeld wordt weleens gegeven dat een hoogintelligent kind zich voelt als een volwassene in een kleuterklas.

Hoogbegaafde ontwikkelt zwak zelfbeeld.

Het kind ervaart dat het niet aan de verwachtingen voldoet. Hij denkt dat hij anderen teleurstelt. De hoogbegaafde voelt zich niet gehoord en niet gezien!
Onderpresteerders kunnen depressief, perfectionistisch of faalangstig worden. Sommigen ontwikkelen angsten en krijgen buikklachten. Ze kunnen in een sociaal isolement terechtkomen.

Begeleiding

Onderpresteerders hebben begeleiding nodig om te leren leren. Verder mag het kind zijn wie hij is met al zijn talenten en kwaliteiten.

Taaldenken niet integreren

Hoogbegaafde kinderen die het taaldenken niet kunnen integreren, ondervinden vaak problemen bij het lezen/ spellen , het begrijpend lezen, auditieve informatieverwerking en het structureren van werk en gedachten. Er kan een probleem bij de samenwerking van de ogen zijn. Voor meer informatie kun je het gratis e-book downloaden. Download direct.

Stanford-Binet intelligentieschaal.

Binet ontwierp een intelligentietest waarmee hij de intelligentieleeftijd van een kind vaststelde. Wanneer de intelligentieleeftijd wordt gedeeld door de werkelijke leeftijd (en met 100 vermenigvuldigd) dan krijg je het IQ. Dit IQ is normaal verdeeld met een gemiddelde dat op 100 is gesteld. Zo is de Stanford-Binet intelligentieschaal ontwikkeld.

Een hoogbegaafde leert anders.

Het hoogbegaafde kind leert anders, hij verwerkt informatie vanuit het geheel, net als een beelddenker. Dit sluit niet goed aan bij het talige onderwijs. Als de hoogbegaafde zich niet erkend voelt, zal hij onderpresteren en mogelijk een verkeerd zelfbeeld en faalangst ontwikkelen. Hij voelt zich als een volwassene in een kleuterklas.

Hoe leert een hoogbegaafd kind?

Een hoogbegaafd kind leert vanuit het geheel. We noemen dat ook wel Top-down leren. De onderwijsmethoden werken vaak vanuit de kern. Vanuit de kern leren noemen we ook wel Bottom-down leren.

Wat betekent vanuit het geheel leren, anders gezegd Top-down leren?

Top-down leren betekent leren vanuit het geheel, al associërend en naar verschillende mogelijkheden `kijken` tot een oplossing komen. Binnen Top-down leren wordt de leerling de kans gegeven om op zijn eigen manier vorm te geven aan de mogelijkheden tot een oplossing.

Wat betekent vanuit vanuit de kern leren, anders gezegd Bottom-up leren?

Bottom-up betekent leren vanuit de kern, analyserend netjes op volgorde naar de oplosing. Deze manier wordt voornamelijk in het onderwijs gebruikt. Informatie heeft een vaste volgorde, de leerkracht bepaalt de volgorde en de leerling volgt zonder keuzemogelijkheid.

Samengevat leren vanuit het geheel tegenover leren vanuit de kern.

Vanuit geheel leren:

  • start bij het einddoel
  • heeft een kader nodig om zich te concentreren
  • leert vanuit het overzicht, het geheel.

Vanuit de kern leren:

  • leren met `hapklare` brokken
  • leert op volgorde, stap voor stap
  • starten pas met een nieuw deel als het voorgaande wordt beheerst.

Wat zijn de verschillen bij luisteren tussen Top-down en Bottom-up?

Vanuit het geheel gebruiken leerlingen bestaande kennis om de antwoorden te vinden..

Vanuit de kern wordt de nadruk gelegd op het omzetten van de onderdelen en dit leidt tot een antwoord.


Voorbeelden van Top-down en Bottom-up informatie verwerken?

Top-down informatie.

Ik hoorde op de radio dat er een grote overstroming was in Duitsland.
De hoogbegaafde is in staat de belangrijkste informatie te signaleren zoals:

  • `Waar was de overstroming in Duistland?`
  • `Welk gebied is overstroomd?`
  • `Is er veel schade ontstaan door de overstroming?`

De hoogbegaafde signaleert informatie over wat hij hoort omdat hij het nieuws begrijpt. Hij maakt voor zichzelf voorspelling over wat hij als boodschap zal verwachten en hoe deze boodschap in elkaar past als geheel.

Bottom-up informatie.

Mijn moeder en vader zaten vanochtend met mij aan de ontbijttafel toen we op het nieuws hoorden dat er een overstroming was in Duitsland.

De hoogbegaafde let op elk detail bij het horen van het nieuws:

  • Ik zat aan de ontbijttafel.
  • Mama en papa zaten naast me.
  • We aten een beschuit.
  • Er werd op het nieuws een overstroming verteld.
  • Wat een ramp.

De hoogbegaafde let op elk detail van de taal die hij hoort. Het taalbegrip wordt geanalyseerd van geluiden tot woorden, van grammatica tot begrip.

Een hoogbegaafde verwerkt zijn informatie vanuit het geheel.

Samengevat kunnen we zeggen dat een hoogbegaafd kind zijn informatie op een andere manier verwerft en verwerkt; vanuit het geheel, al associërend en oplossend naar de kern naar het antwoord. De leerling zal verschillende mogelijkheden scannen. Dit kan soms meer tijd vragen. Dit heeft mede te maken met zijn goede werkgeheugen.

Wil je hoogbegaafden vanuit het geheel ondersteunen? Dan geeft de ledenomgeving Beeld en Brein met veel instructievideo's het antwoord. Je hebt al een lidmaatschap voor € 12,50. Binnen de ledenomgeving kun je ook persoonlijke vragen stellen.